Bij het storten van een betonvloer is gebruik gemaakt van een betonpompinstallatie.
De betonpomp is op het werk tussentijds één keer verplaatst. Bij het verpompen van beton vanaf de nieuwe opstelplaats heeft de eindslang een heftig slaande beweging gemaakt en heeft het slachtoffer getroffen aan de zijkant van het gezicht. Met ernstige verwondingen aan gelaat en nek is de persoon afgevoerd naar het ziekenhuis.
Op het project was de uitvoering klaar met de eerste stort van 30m3 op een
verdiepingsvloer. Voorafgaand aan de verplaatsing zijn de slangen schoongemaakt.
Deze reiniging werd met behulp van een sponsbal gedaan. Door een vacuüm te creeëren is de
sponsbal vanaf het uiteinde van de slang naar de pomp toe gezogen. De reiniging is niet volledig geweest. Er is gestopt daar waar de stalen leiding onder afschot ligt naar de pomp, er vanuit gaande dat het beton door de zwaartekracht verder terug zou lopen naar de voorraadbak.
Hierna is de pompinstallatie verplaatst naar de nieuwe opstelplaats. Onder invloed van de relatief hoge buitentemperatuur en de wachttijd op de truckmixer (20-30 minuten) is het restbeton in de leiding gaan binden en heeft een prop veroorzaakt.
Bij het aanvangen van de tweede stort is er vanwege de aanwezige prop een hoge druk opgebouwd die niet is opgemerkt door de machinst. Op enig moment is de betonprop onder grote druk gelanceerd. Het uiteinde van de slang heeft hierdoor een oncontroleerbare slag gemaakt en het slachtoffer geraakt. Na onderzoek is gebleken dat de eindslang voorzien was van een stalen manchet.
Productveiligheid:
De installatie dient voorzien te zijn van een CE markering en een EG verklaring. Voor betonpompen wordt de EN 12001 gezien als de standaard norm waaraan voldaan moet worden.
Arbeidsveiligheid:
De installatie voldoet aan het Arbo besluit indien naast de CE markering en EG verklaring er gebruiksvoorschriften in een EN beschikbaar zijn.